Beheer

Van 1912 tot 1974 werd het beheer van het bos door de stichting zelf gedaan. Daartoe had de stichting een eigen boswachter in dienst. In 1974 is een overeenkomst met de gemeente Ede afgesloten, waarin werd geregeld dat het dagelijks beheer van ons Buurtbosch en het financiële risico daarvan werd overgenomen door de gemeente Ede.
In 2016 echter nam de Stichting, in overleg met de gemeente, het beheer van het bos weer in eigen hand. Het bosbeheer wordt bepaald door het bestuur en de dagelijkse uitvoering ligt bij boswachter Gert van Harn. Hij is als jachtopzichter/ groene boa ook verantwoordelijk voor het toezicht.

Bosbeheerplan

De uitgangspunten voor het beheer van ons Buurtbosch zijn vastgelegd in een beheerplan Bossen 2019-2036 waarin de bosbouwkundige visie en aanpak beschreven wordt. Dit is te vinden op de DOWNLOADS pagina.

Revitalisering

In 2020 is een aanscherping van het bosbeheer voor de periode tot 2026 neergelegd in een plan van aanpak voor de revitalisering van het bos.

Aanleiding voor dit plan, Revitalisering Luntersche Buurtbosch 2020-2026, waren:

  * Een overschot aan stikstof, die nadelige verzurende reacties in de humus en bosbodem geeft. Hierdoor ontstaat er in de bomen en het gehele bosecosysteem onbalans en treden er allerlei tekorten op. Eén daarvan is een algeheel kalkgebrek met als gevolg verhoogde sterfte in bomen en de afname in de conditie en sterfte van fauna (slakken, koolmezen, roofvogels). De veerkracht van het bos neemt af. 

  * Extremere weersituaties in de komende jaren. Meer stormen en meer en langere periodes van droogte en regenval zullen elkaar afwisselen. Het effect hiervan kan     zijn dat bomen verzwakken en dat er daardoor meer ziektes, plagen en insectenschade zal optreden. Ook een toename in bosbranden is een risico.

 * Er is sprake van wilddruk; deze wordt in ons bos voornamelijk veroorzaakt door reeën. Deze brengen schade toe aan jonge aanplant en aan natuurlijke bosverjonging door vraat aan de knoppen en bladeren van voornam jong loofhout. Ook ontstaat er veegschade aan jongere boompjes door de bokken. De dichtheid aan reeën in het gebied is dusdanig dat zonder beschermende maatregelen er bovengemiddelde schade aan nieuwe aanplant zal optreden. Afwezigheid van natuurlijke verjonging van loofhout en schade aan geplant plantsoen wijzen hierop.

De gevolgen van deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat de tot op heden toegepaste natuurlijke verjonging niet toereikend is.Een maatregel om het verzuurde bos weerbaarder te maken is om boomsoorten aan te planten die een bufferende werking hebben. Er zit namelijk verschil in de zuurgraad van het bladstrooisel van de verschillende boomsoorten. Soorten zoals winterlinde, berk, haagbeuk, (boom)hazelaar en esdoorn geven een makkelijk verteerbaar bladstrooisel op de bosbodem met veel mineralen, waardoor de bodem meer gebufferd wordt tegen de verzurende werking van stikstofdepositie. Bijkomend effect is dat de bosbodem hierdoor meer vocht vasthoudt en dus minder snel uitdroogt.

Cultuurhistorie

Daarnaast is het zo dat de monumentale en cultuurhistorische waarden vanwege de bijzonder aanleg van het bos gevaar lopen. Extra inspanning en inzet zijn nodig.

Het buurtbosch is een bijzonder bos, dat bestaat uit een fijnmazig paden-netwerk en bospercelen in de vorm van het bladmotief, die worden geaccentueerd door lanen en karakteristieke hoekbomen. Het onderhoud van deze elementen vraagt veel meer dan het standaard bosbeheer. 

Lanenbeheer (aanplant, snoei, inboeten), onderhoud aan paden en bestrijding van prunus en Amerikaanse eik zijn aan de orde. De Amerikaanse eik rukt behoorlijk op in enkele bladmotieven en zal bestreden dienen te worden. Aanplanten van vervangende boomsoorten is noodzakelijk om recht te blijven doen aan het oorspronkelijke aanplantplan en de cultuurhistorische waarde van het LBB. 

Werkplan
Op basis van het Beheerplan wordt jaarlijks door het stichtingsbestuur een Werkplan vastgesteld voor de uitvoering van de vele werkzaamheden, het ’normale bosbeheer én de revitalisering in het bos. Ook de inspanningen m.b.t. toezicht en recreatie worden in het werkplan beschreven.

Voor ondersteuning bij toezicht is er vanuit de Vrienden een groepje vrijwilligers, de zgn.  Boswachten. Zij melden zaken over ‘hun’ percelen die mogelijk aandacht behoeven bij de boswachter

In 2020 is er door de Stichting een Boswerkgroep opgericht. Deze groep komt o.l.v. de bosbeheerder meermalen samen om allerlei werkzaamheden te verrichten. Er worden rasters geplaatst, palen gezaagd, bomen geplant, Aerikaanse eik getrokken, ongewenste planten bestreden, en er wordt opgeruimd, schoon gemaakt, gewaterd en onderhoud gepleegd aan hekken.