Bescherming jonge aanplant in het Luntersche Buurtbosch
Onlangs zijn er weer een flink aantal jonge bomen geplant in het Luntersche Buurtbosch. Deze keer is dat extra opvallend, omdat de jonge boompjes worden omhuld door een plastic koker.
Waarom wordt er geplant?
Tot ver in de jaren ’80 was het gebruikelijk en gangbaar om door middel van planten voor bosverjonging te zorgen. Tot die tijd is er in het Luntersche Buurtbosch – en elders op de Veluwe- voornamelijk grove den, douglas, tsuga, fijnspar, en eik geplant.
Nieuwe inzichten maakten duidelijk dat natuurlijke verjonging heel effectief was en vaak een aan de lokale omstandigheden goed aangepaste verjonging gaf. De realiteit was wel dat alleen dié soorten verjongden waarvan er al moederbomen waren. Dat ging goed totdat we de gevolgen van verzuring in onze bossen gingen merken. Recente grondboringen en zuurtegraad-metingen in ons bos geven aan dat de verzuring op heel veel plekken in de bovenste bodemlaag zeer ernstige vormen heeft aangenomen. We hebben een pH van 3,2 gemeten. Bij zuurtegraden van beneden de 4 (pH7 is neutraal) komt er aluminium in oplossing en dat is giftig voor de bomen en zo’n beetje alles wat leeft in het bos. Dit geeft de ernst van de situatie aan.
Verzuring door invloeden van buitenaf
Nu wil het geval dat de hierboven genoemde soorten bomen allemaal een verzurend strooisel (blad dat op de bodem valt en verteert) geven. Dat is op zich niet erg, omdat de bodem dit normaal gesproken redelijk kan bufferen. Door de huidige depositie van verzurende stoffen van buiten het bos is die bufferende werking echter helemaal weg. Hierdoor wordt de bodem steeds zuurder, waardoor bomen zwakker worden en kwetsbaarder zijn voor ziektes en droogte. Ook bijvoorbeeld paddenstoelen verdwijnen en soorten in de bodem die het strooisel omzetten tot waardevolle humus gaan dood.
Bomen met snel verterend strooisel
Met dat allemaal in gedachten zijn we 6 jaar geleden begonnen met het inbrengen van boomsoorten die milder/beter verteerbaar strooisel produceren zoals linde, haagbeuk, esdoorn, boswilg en hazelaar. Deze soorten houden de calcium-kringloop in stand en helpen de bufferende werking van de bodem. Juist deze soorten zijn niet of nauwelijks aanwezig in het Buurtbos en verjongen zonder moederbomen dus ook niet. Daarom zijn we weer begonnen met het planten van juist deze soorten.
Nu is het zo dat juist deze soorten enorm gewild zijn bij het ree- en roodwild. Aan de jonge grove den wordt nauwelijks geknaagd, maar de linde of haagbeuk wordt compleet weggevaagd door de reeën als er geen bescherming tegen vraat is.
Tot voor kort wat het te doen om tijdelijke rasters in het bos te zetten. Niet mooi, maar ook niet heel opvallend en heel effectief. Rasters zetten is echter heel arbeidsintensief en erg kostbaar.
Éenmalige subsidie
Voor dit jaar heeft de Stichting een subsidie vanuit de provincie kunnen krijgen voor de aanplant van bovengenoemde andere boomsoorten onder de noemer verzurings- en klimaatslim bosbeheer. Deze subsidie is eenmalig en wilden we daarvan profiteren, dan moest in korte tijd heel veel jong plantsoen gezet worden. Rasteren was daarbij helaas geen optie meer en er werd ook automatisch individuele boombescherming voorgeschreven.
Het resultaat is dat er zo’n 4000 stuks jonge boompjes verspreid door het bos zijn geplant, beschermd door grijsgroene plastic boomkokers. Het is geen fraai gezicht, maar er was ook geen alternatief.
Deze kokers blijven een paar jaar staan, totdat de jonge bomen groot genoeg zijn en wildvraat kunnen doorstaan. Met andere woorden, zodra de reeën er niet meer bij kunnen zullen deze boomkokers weggehaald worden.
Wij doen ons best voor de duurzaamheid van het bos en kunnen nu alleen maar hopen dat de komende jaren de weersomstandigheden goed zijn voor een snelle groei en dat de zure depositie snel afneemt.
