Winter in het buurtbos.
Ook in de winter is er veel te zien in het bos. Veel mensen verwachten dit niet, maar doordat er geen blad meer aan de bomen en struiken zit kan je regelmatig een ree zien. Wel goed opletten, want hun vacht is veranderd van roodbruin in grijsbruin, zodat ze minder opvallen. Gelukkig mag het Buurtbos zich, door het nieuwe wildbeheer, weer prijzen met een gezonde reeënpopulatie.
Vanaf december klinkt op diverse plekken ook de roep van de bosuil door het Buurtbos, al op zoek naar een partner.
De raven zijn er altijd als eerste bij met hun gedartel (je kunt het niet anders noemen) in de lucht om elkaar heen en hun kolkende roep is iets dat opvalt in januari/februari. We hebben het afgelopen jaar – heel bijzonder – een paar broedende raven in het Buurtbos gehad. Meestal zijn ze heel plaatstrouw, dus hopen we dat het dit jaar ook weer lukt. Iets verder, in het Zandgat, zit sinds jaren weer een klapekster. Een prachtige vogel ter grote van een merel in grijs met witte kleur en een heel opvallend masker om zijn ogen.
Het is een echte wintergast, die als het echt koud wordt vanuit het hoge noorden hier heen komt en overwintert. Het is een vogel die altijd boven op een boom of struik zit en die leeft van insecten en kevers, af en toe een muis en bij voldoende voedsel dit op een scherpe doorn vastgezet bewaart voor later. Bij een flink pak sneeuw trekt hij verder naar het zuiden.
Ook in de wintertijd zijn mezen de meest markante vogels in het bos, in het naaldbos de zwarte mees en kuifmees, vaak met goudhaantjes samen, het kleinste vogeltje in het bos.
In de percelen loofbos en gemengde bos komen we koolmees, pimpelmees, matkop en/of glanskop en soms groepjes staartmezen tegen. Dan hoor je het bescheiden trrrrr, trrrr, trrrr, Dus ook in de winter is in het bos genoeg te beleven als je het maar zien wilt.